vrijdag 15 februari 2008

Toespraken tijdens het afscheid van Anne

Toespraak van Fred, Mariette en Daan

Lieve, dappere, vrolijke, inspirerende Anne,


Wat zijn wij toch ontzettend rijk en trots,
opdat we jouw vader, moeder en broertje mochten zijn.
Je hebt ons leven verrijkt, en niet alleen van ons,
maar van ooo zoo vele mensen om je heen.

Wij waren de gelukkigen, die van zeer dichtbij,
van jouw warmte, jouw vrolijkheid
en onvoorwaardelijke liefde mochten genieten.

Voor je zorgen was dan ook nooit een opoffering,
maar altijd een zeer grote gunst.
Zoals Daan jou zijn beenmerg gaf,
het grootste kado wat hij je ooit kon geven,
en het grootste kado, Anne, wat je kon ontvangen.


Liefje,
jouw levensweg is een hele zware weg gebleken.
Je zocht als klein meisje
al gauw de bescherming en warmte van ons op.
Beetje verlegen in t begin,
maar al heel sociaal naar andere mensen toe.

Je innemende persoonlijkheid,
je andere in hun waarden latend,
je grappige humor en vrolijkheid,
je zorgzame liefde voor anderen,

maakte dat vele mensen zich snel bij jou thuis voelde.
Waar jij kwam, bracht jij een hele warme, veilige sfeer mee.

Het was een gelukkige tijd
waarin je als kind je eigenheid zo verder kon ontwikkelen.

En je was al vroeg op jouw manier heel erg wijs.

Liefje,
het leven stelt ons soms voor uitdagingen,
die we dan moeten aangaan, of we willen of niet.
Het leven stelde jou, lieve Anne,
al heel jong voor een bijzonder zware uitdaging.

Maar ooh lieve Anne,
wat heb jij die uitdaging op jouw manier ongelofelijk goed opgepakt.

Je hebt ons laten zien wat vertrouwen en optimisme kan betekenen,

Je hebt ons laten zien wat je met geest~ en wilskracht kan bereiken,
Je hebt ons geleerd altijd jezelf te zijn, hoe ziek je ook was.

en dat betekende,
dat we van je humor konden blijven genieten,
dat we je nooit hebben horen klagen,
dat je vrolijk bleef ondanks alles.
dat je bleef vertrouwen in het goede en in de liefde.
En dat je dat met ons, en de mensen om je heen deelde.

Zo open en zo eerlijk. Zo Anne.

Maar bovenal, Anne,
heb je ons geleerd wat onvoorwaardelijke liefde is.
We hebben gelukkig ervaren hoe intens we van elkaar konden houden,

dieper dan diep, verder dan ver, groter dan groot,
niet meer in woorden uit te drukken.

Je liefde was niet slechts een gevoel, Anne,
je liefde was een voelbare kracht.

De laatste jaren hebben we samen heel intens geleefd,
de laatste maanden nog intenser,
tot het laatste moment waarop de diepte van onze liefde
vergezeld ging met de onmetelijke pijn van het je loslaten.
De reden dat we hier staan.

Liefje,
het leven is net als een schilderij,
je moet het kleuren, je moet er iets moois van maken.
Anne, jouw doek, jouw schilderij is nu klaar,
en wat is het MOOOOI geworden,

je kunt niet aan jouw schilderij zomaar voorbij lopen,
jouw schilderij van het leven, raakt mensen diep in hun hart.

Liefje,
We houden ongelofelijk veel van je
en dat zullen we altijd blijven doen.
je in ons midden te hebben gehad
zijn de mooiste jaren van ons leven geweest.
En nu Anne, nu woon je in ons hart, voor altijd.

Lieve Anne,
met pijn in ons hart
maar ook met grote dankbaarheid voor wie je bent
blazen we je op je grote wolk van liefde weg
naar het “het land van Beter Zijn”.

Vaarwel lieve Anne, rust zacht.

Toespraak van Francine, vriendin van Anne

Fred en Mariette, ik ben jullie ontzettend dankbaar ben.
Jullie hebben mij, en ook Lotte in jullie leven ontvangen, met open armen.
Ik heb veel geleerd van Anne en van jullie. Hoe licht en duisternis samen kunnen gaan.
Hoe je liefde en verdriet kunt delen. Hoe je kunt lachen en huilen tegelijk
Hoe onvoorwaardelijke liefde eruit ziet. Dank je wel daarvoor.

Als mensen elkaar voor de eerste keer ontmoeten,
wisselen hun zielen visitekaartjes uit.
De ziel weet meteen wie hij voor zich heeft staan.
Van iemand houden, dat doe je meteen.
Met iemand verbonden zijn ook.
Soms duurt het alleen even eer je er achter komt.

Dat komt omdat ons hoofd altijd van die vervelende vragen gaat stellen en ook oordelen velt:
Maar het hart weet het meteen. Het zingt, straalt en bruist als er naar geluisterd wordt.
Naar het hoofd luisteren maakt de boel alleen maar gecompliceerd.
Ik denk dat het hart je brengt waar je moet zijn.

En dat is hier, vandaag.

Toen ik Anne voor het eerst ontmoette, in oktober 2005, lag ze achter de glazen wand.
Ze had net haar beenmergtransplantatie gehad.
Ze had een bol, kaal koppie en ze was aan het overgeven.
Anne draaide zich naar me om en lachte.
Het allerziekste en allerliefste lachje dat je je voor kunt stellen.
Zonder woorden zei ze: hallo, ben je daar dan eindelijk?

Onze zielen herkenden elkaar.
Ik heb een poosje bij haar gezeten en toen moest ik weg,
om voor te lezen voor een zaal vol zieke kinderen. Maar dat lukte niet.
Tot mijn eigen verbazing kon ik alleen nog maar huilen.
Ik heb me ergens in een soort bezemkast verstopt. En die kinderen maar geduldig wachten.

Onstelpbaar verdriet voelde ik.
Waarom zo’n verdriet, vroeg mijn hoofd? Je kent dat meisje helemaal niet!
Maar mijn hart wist: ik ken haar wel. En nu kom ik haar dan tegen, nu ze zo ziek is.

Maar Anne werd beter. Een wondertje.

We mailden, we zagen elkaar zo nu en dan, niet veel.
Ze was in mijn hart, we hadden het allebei druk met ons eigen leven, en dat was goed zo.
Tot Fred belde, afgelopen juli, en zei: het is niet goed met Anne, de leukemie is terug en ze is in het ziekenhuis.

Vanaf dat moment ben ik steeds bij Anne geweest. Vaak aan haar bed, en altijd in gedachten.
En het gekke is dat we, ondanks de moeilijke omstandigheden, veel plezier hebben gehad .
Anne was zo ongelofelijk positief, sterk en dapper.
Ik heb haar nooit horen klagen of mopperen.
Ze zag soms wel tegen dingen op, maar bang was ze nooit.
Haar fantastische gevoel voor humor is ze nooit kwijtgeraakt.
Hoe moeilijk het ook was.

Ze had een rotsvast vertrouwen dat ze beter zou worden.
En dat is ze. Maar niet hier.
Al die tijd, strijdend tegen de ziekte, bleef haar hart wijd open staan.
Liefde kon er vrijuit doorheen stromen en spoelde een groot deel van de angst weg.

En liefde was er veel.
Anne wilde dokter worden.
Ik kan haar zo zien, lopend door de gangen van het ziekenhuis, met een openhangende witte jas,
stethoscoop om de hals, een serieus en lief gezichtje, kundig, toegewijd, liefdevol, altijd grapjes
klaar.

Ze zou de allerbeste geweest zijn.
Ze is de allerbeste, maar ergens anders dan dat zij en wij dachten.
Ze zorgt nu voor ons, daarboven.

Anne is niet weg, ze is nu overal. Anne woont in ons hart.



Geen opmerkingen: